Kookboek recensie: Chinese take-away veggie

Ik speur regelmatig naar nieuwe recepten bij collega foodbloggers, maar een andere grote bron van inspiratie voor mij zijn kookboeken. Ik vind het heerlijk om erdoorheen te bladeren en om tijdens het koken niet afgeleid te worden door mijn telefoon of laptop. Vandaag deel ik met jullie een recensie van een prachtig kookboek vol smaakvolle Chinese gerechten, die Nederland nog niet zo bekend zijn. Ik vertel je graag wat voor gerechten je in het kookboek kan verwachten en natuurlijk welke recepten ik allemaal uit heb geprobeerd, van gefrituurde springrolls tot bao buns met vegan biefstuk!

Eerste indruk: de Kantonese drie-eenheid en heerlijke zoetzure sinaasappeltofu!

Ik was eigenlijk al onder de indruk van dit boek voordat ik het überhaupt in handen had. Dat zit zo: het Britse tijdschrift Vegan food & living had een selectie recepten in een van hun edities geprint, waaronder de zoetzure tofu met sinaasappelsaus. Ik probeerde het recept en was er ontzettend van onder de indruk: die plakkerige, zoetzure sinaasappelsaus in combi met paprika, wortel en tofu: wat een topgerecht!

Toen ik het fysieke boek daadwerkelijk kon doorbladeren bleef ik enthousiast. Veel van de recepten hebben een foto erbij, helaas niet allemaal maar wel de meerderheid. Het boek is grotendeels traditioneel Chinees en er staan voor mij dus veel gerechten in die ik nog niet ken. Leuk, ik ontdek graag nieuwe gerechten en technieken. De auteur, Kwoklyn Wan, heeft ruime ervaring in Chinese restaurants en werkt graag met de Kantonese drie-eenheid: gember, knoflook en lente-ui.

Hij is zelf geen veganist of vegetariër maar laat zich wel inspireren door de monniken, die traditioneel vegetarisch en veel vegan koken. Het stoort mij niet dat de auteur zelf niet vegan is: ik vind het juist cool als een traditioneel geschoolde chef open staat voor veganistisch koken. Bovendien kook ik liever uit een kookboek waar de schrijver ook echt uit de cultuur komt van de cuisine van het kookboek. Er wordt zo vaak door witte mensen winst gemaakt op tradities die niet van hen zijn en waar ze weinig vanaf weten, zeker in de voedingsindustrie. Daarom is het super dat er steeds meer vega(n) kookboeken uitkomen met traditionele(re) recepten uit niet-westerse keukens. Ik support ze in ieder geval graag en vind het een hele leuke manier om nieuwe keukens te leren kennen. 

Chinese keuken waar groente, tofu en smaakmakers centraal staan

Het boek bevat meer dan 70 gerechten uit de Chinese keuken. Het is vegetarisch maar ik gok dat meer dan 3/4 van het boek veganistische recepten zijn. Bij elk recept staat ook een vegan variant aangegeven, bijvoorbeeld silken tofu voor ei of plantaardige melk in plaats van volle melk. Wel staan er af en toe wat ingrediënten in die wat lastiger vegan te vinden zijn: zo had mijn toko helaas geen loempiavellen zonder ei. Sowieso is het handig om een rondje door de toko te gaan voor bijvoorbeeld udon noedels, vegetarische oestersaus, szechuan peperkorrels, lichte en donkere sojasaus en dumplingvelletjes. Al staan er ook genoeg gerechten in die je prima met ingrediënten uit de supermarkt kunt maken.

Het is opgebouwd in de hoofdstukken soepen, voorgerechten & dumplings, hoofdgerechten, rijst, noedels, bijgerechten en sauzen dips & tafelzuur. Wat me opvalt aan de gerechten is dat er vrijwel geen gebruik wordt gemaakt van vleesvervangers, maar veel met tofu of tempeh. Je kan deze natuurlijk zelf ook maken met een vleesvervanger als je dat zou willen; de sinaasappeltofu was ook fantastisch met kipstuckjes. Groenten spelen de hoofdrol in de gerechten, en dan vooral paddenstoelen, bloemkool en broccoli. Bij elk gerecht staat duidelijk aangegeven hoelang het maken duurt en voor hoeveel personen het is.

Het boek is voor veel mensen toegankelijk, of je nu een volleerd chef bent en hele nieuwe dingen wilt proberen, of op zoek bent naar een snelle en makkelijke maaltijd. Het biedt makkelijke recepten die binnen een halfuurtje klaar zijn, maar ook wat complexere of langdurige recepten. Zo kan je je eigen pannenkoekendeeg of dumpling velletjes maken en je eigen sauzen maken, maar je kan deze natuurlijk ook vervangen door een kant en klare variant. Ik vind het zelf leuk om sauzen en marinades helemaal zelf te maken, maar mijn dumpling velletjes haal ik lekker bij de toko. 

Geteste gerechten: van dumplings tot hoisinsaus en gefrituurde springrolls

Dan het leukste onderdeel van deze recensie: welke recepten heb ik al geprobeerd en hoe smaakte alles? Inmiddels heb ik dit boek al een paar maanden in mijn bezit en is het een van mijn favoriete kookboeken geworden!

Het absolute toprecept is de hoisinsaus, een kruidige saus van o.a. five spice kruiden, sojasaus, suiker en pindakaas. Wat een ongelooflijk lekkere saus is dit zeg! Deze heb ik al minstens zes keer gemaakt, in eerste instantie om te gebruiken voor de met hoisinsaus geglaceerde tempeh die in het boek staat. Maar ik gebruik ‘m nu bijvoorbeeld om vegan peking eend mee te maken of char siu bao buns. In het boek stond dat recept met tempeh, maar ik had het gemaakt met vegan biefstuk plakjes, ook érg lekker.

De springrolls, zowel de gefrituurde als de ongebakken variant, zijn ook aanraders. Ik wist helemaal niet dat je springrolls ook kan bakken/frituren maar dat werkt dus heel goed: de chewy textuur gaat dan van de rijstrolletjes af en het wordt lekker knapperig, terwijl de groente binnenin vers blijft. De combi van groente, gemarineerde tofu met szechuan peper en een zoete chili dipsaus is echt top! Maar als je fan bent van de wat bekendere ongebakken springrolls vind je in dit boek ook een lekker recept, met een smaakvolle zelfgemaakte pindasaus.

Van dumplings maken word ik altijd blij: lekker muziekje aan en vouwen maar! Het kost even tijd maar ik stop die tijd er graag in, want ik ben dol op dumplings. De potstickers waren dan ook een prima dumpling recept met veel groente erin die ik zeker vaker ga maken.

De groene asperges met gember-sojasaus, de pittige, zure Chinese groenten met glasnoedels en de geroerbakte aubergine met sesamzaad vond ik allemaal ‘prima maar niet per se voor herhaling vatbaar’. Dat is oké, niet elk recept kan een absolute topper zijn natuurlijk. Maar als je een recept wilt proberen uit dit kookboek, bijvoorbeeld door hem bij de bibliotheek te lenen, zou ik absoluut eentje van bovenstaande aanraden!

Chinese takeaway veggie vind ik een mooi kookboek met veel traditionele Chinese recepten, voor de mensen die graag willen experimenteren met nieuwe gerechten en smaakmakers maar ook voor de mensen die nog niet heel gevorderd in de keuken zijn. Ik ben er heel blij mee en ik denk dat dit boek veel mensen inspireert om vaker Chinees te koken! Ik ga er in ieder geval zeker nog veel vaker uit koken, bijvoorbeeld om de bloemkoolbeignets, de lente-ui pannenkoeken en de portobello teriyaki met sobanoedels te proberen. En ik duik ook nog zeker de voor mij wat experimentelere recepten in, zoals lotuschips en congee. Er valt nog genoeg te proberen!